2008 - Archeologische begeleiding aanleg fundering consistorie Johanneskerk

Er is de laatste jaren flink wat veranderd op archeologiegebied. Fietste je 'vroeger' door het dorp en zag je ergens een bouwhek op een interessante plek staan dan was het contact met de grondeigenaar en de aannemer snel gelegd. Een seintje richting de R.O.B. (Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek) en de kans was groot dat er dan gegraven kon worden in het weekend.

Zo hebben we, onder andere, de nederzettingsgracht rondom Lichtenvoorde in kaart kunnen brengen, delen van de havezaten Tongerlo en Harreveld blootgelegd en onderzoek gedaan naar de fundering van de Johanneskerk. Tijdens dat werk werden de funderingen van de kapel uit 1496 ontdekt. Al met al heeft het bodemarchief een flinke hoeveelheid geheimen prijsgegeven tijdens het noeste spit- en speurwerk van de leden van de Archeologische Werkgroep Lichtenvoorde.

En toen werd het verdrag van Malta van kracht. Op Europees niveau werd het archeologisch erfgoed beschermd. Dat houdt in dat graafwerkzaamheden op interessante plekken moet worden begeleid door professionele archeologen onder het mom van 'de verstoorder betaald'. Over de gevolgen die dit verdrag met zich meebrengt kan ook de kerkenraad inmiddels meepraten…

De nieuwe consistorie van de Johanneskerk ligt ongetwijfeld op archeologisch interessant gebied: een kerkhof met kans op restanten van de kapel en bij het zandpad achter de kerk de kasteelgracht. Dus moest archeologische hulp worden ingeschakeld en een plan gemaakt de archeologische waarden zo goed mogelijk te bewaren. En bewaren betekent in de archeologie het liefst afblijven en laten liggen. Uiteindelijk is gekozen voor een betonnen fundering die het er onderliggende bodemarchief niet verstoord. Malta ten top.


Opgraving consistorie Johanneskerk - Overzicht van de opgraving
 
Voor de leden van de AWL betekent de invoering van het verdrag van Malta dat de amateur archeologen nog meer (alleen) de ogen en oren van de beroepsarcheologen zijn geworden. Gegraven wordt er bijna niet meer. Inzet van de amateurs is meer uitzondering dan regel. Dit komt natuurlijk ook dat wij het vooral moeten hebben van activiteiten in het weekend terwijl het onderzoek eigenlijk altijd 'onder werktijd' plaatsvindt.

Wat het uitgraven van de fundering voor de nieuwe consistorie betreft hebben zowel de kerkenraad als de gemeente aangedrongen op samenwerking met de AWL. Dus werden we opgebeld door de archeologen van ADC- ArcheoProjecten en uitgenodigd te assisteren tijdens het uitgraven van de rand van de fundering. Hier werd dieper gegraven en was begeleiding noodzakelijk. Dus ging op 19 augustus 2008 de schop de grond in. Vanwege de geringe diepte werden, zoals verwacht, geen resten gevonden van de kapel. Wel kwamen er vrijwel meteen menselijke resten aan het daglicht. Eerdere graafwerkzaamheden op het terrein hebben ervoor gezorgd dat het grootste deel van de gevonden botten totaal door elkaar lagen.


Opgraving consistorie Johanneskerk - skeletten in situ (S1-S4)
 
Alleen onder de ingang van de oude consistorie werden een viertal skeletten 'in situ' aangetroffen, dus zoals ze begraven waren. De heren archeologen waren druk met het inmeten van het terrein en het uitprepareren van skeletten stond niet in hun werkovereenkomst. Dus in plaats van vergraven te worden door de graafmachine werd het dit werk nu aan de leden van de AWL uitbesteed. Verbazingwekkend was de geringe diepte waarop de skeletten werden aangetroffen: amper 75 cm onder het maaiveld. De graven waren oost-west georiënteerd en bij drie begravingen kon de omtrek van de kist nog worden vastgesteld als donker grondspoor. Bij twee kistsporen werden ook een aantal nagels van de kist teruggevonden.
 

Opgraving consistorie Johanneskerk - skelet S1. De lichte band is de uitbraaksleuf van de fundering van de oude consistorie.
 
Een van de skeletten (S1) was rond het middel doorgraven tijdens de aanleg van de fundering van de oude consistorie. Een deel van de bovenbenen, de ribbenkast en het complete bekken en zijn hierdoor vergraven. De schedel is door het uitgraven van de bouwput geraakt door de kraan. Het voorhoofd heeft een schuine hoek, wat een kenmerk is voor het mannelijk geslacht. Het gebit vertoond weinig slijtage. Op een van de tanden in de onderkaak is cariës geconstateerd. Aan de hand van de skeletkenmerken lijkt het hier te gaan om een jongeman die is overleden tussen zijn 15de een 25ste levensjaar.
 

Opgraving consistorie Johanneskerk - skelet S2 met op de voorgrond (links van het maatbalkje)
het kindergrafje met daarin de resten van skelet S3.

Skelet S2 ligt tegen de putrand aan wat het opgraven ervan bemoeilijkte. De schedel is compleet en onbeschadigd aanwezig. De naden van de schedel zijn nog niet volledig gesloten en het hoofd is enigszins bol. De wenkbrauwbogen zijn licht gevormd. De onderkaak is fors. In de rechterbovenkaak ontbreekt nog een verstandskies. Al met al kan ook hier geconcludeerd worden dat het gaat om een jongeman die overleden is op een leeftijd tussen de 15 en 25 jaar.
Skelet S3 betreft dat van een baby of kind. Er zijn weinig resten overgebleven. Het gaat om een aantal ribben, een fragment van het bekken en een fragment van de schedel. Het graf bevindt zich direct naast dat van skelet S2. Mogelijk gaat het hier om familie.
Skelet S4 ligt aan het voeteneind van S2 en half tegen het profiel van de putwand en naast S1. Net als de andere volwassen individuen ligt ook dit skelet met het hoofd iets naar links. De schedelnaden zijn zo goed als volgroeid. Het gebit is compleet en gaaf. De onderkaak is fors. Net als skelet S1 is dit skelet aangetast door de funderingsleuf. Hierdoor is het skelet niet meer compleet vanaf het bekken. Voor de bepaling van het geslacht is met name gekeken naar de schedel. De grote, ronde oogkassen, ronde kaaklijn en rond achterhoofd zijn indicatoren voor een vrouwelijk persoon. De leeftijd ligt mogelijk tussen de 30 en 40 jaar oud.


Opgraving consistorie Johanneskerk - de schedel van skelet S4 komt aan het daglicht.

Op het terrein werden zoals gezegd vele menselijke resten gevonden. En het overgrote deel lag niet meer op de oorspronkelijke plek van begraving. Zo kwamen meer dan 30 schedels aan het daglicht. Eén daarvan trok onmiddellijk de aandacht. Het is een schedel met een beschadigd aangezicht en met twee nagenoeg ronde gaten in het achterhoofd.


Opgraving consistorie Johanneskerk - detail achterzijde schedel met de kogelgaten

Onderzoek uitgevoerd door drs. Laarman, archeo-zoöloog bij de R.A.C.M. (Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten) wees uit dat het hier gaat om kogelgaten. Aan de linkerzijde gaat het om een inslaggat: aan de buitenkant zijn de randen scherp en aan de binnen kant van de schedel is het bot afgeschilferd. Aan de rechterzijde van de schedel is dit net andersom: hier heeft de kogel het hoofd verlaten. Wie hier in vroeger tijden in ons dorp op gewelddadige wijze aan zijn eind is gekomen en waarom zal wel altijd een raadsel blijven.

Over de datering van de menselijke resten is weinig zinnigs te zeggen. Rondom en in de Johanneskerk is begraven waarschijnlijk vanaf 1616 tot in ieder geval 1828. Gezien de geringe diepte zou een periode dichterbij het laatste jaartal eerder in aanmerking komen. Vlakbij de begravingen van de skeletten S2 en S3 is in hetzelfde opgravingsvlak een pijpenkopje gevonden. Qua vorm is deze vrij nauwkeurig te dateren in de periode 1740 - 1775. Het is echter niet zeker dat het pijpenkopje in de grond terecht is gekomen tijdens de teraardebestelling van een van of beide personen. Ten slotte is nog een pijpensteeltje aangetroffen met op de steel de letters 'PETE...' en aan de andere kant '...NG'. Het blijkt om een fragment van een kleipijp te gaan gemaakt door Peter Jung uit Grenzhausen. Hij leefde van 1759 tot 1816 en was pijpenmaker van 1785 tot 1816.

De begravingen zijn ingemeten door de archeologen van ADC-ArcheoProjecten. Ze gebruikten onze ontdekkingen en foto's voor hun verslag van de begeleiding. Zo werd deze opgraving een mooi voorbeeld van hoe amateurarcheologen, gemeente, opdrachtgever en beroepsarcheologen samen kunnen werken en elkaar aan kunnen vullen. Dat belooft wat voor de toekomst!

Namens de Archeologische Werkgroep Lichtenvoorde

Godfried Nijs

 

  • Tijdens deze archeologische begeleiding waren van de AWL John Toebes, Jan Scholte en Godfried Nijs actief.
  • Al het botmateriaal dat tijdens de graafwerkzaamheden is aangetroffen is verzameld en aan het eind van de opgraving en het onderzoek weer ter aarde besteld.

Literatuur
B.A. Corver, De begraafplaats van de Johanneskerk te Lichtenvoorde, ADC-ArcheoProjecten, ADC rapport 1651, Amersfoort 2008.

Met dank aan
de kerkenraad van de Johanneskerk, de gemeente Oost Gelre en Bart Corver (ADC- ArcheoProjecten) voor de medewerking.
drs. F. Laarman voor het onderzoek van de schedel met de kogelgaten.

Term: