De geschiedenis van de R. K. Waterstaatskerk in Lichtenvoorde
Het bouwen van kerken met staatssteun tussen 1814 en 1875 werd ingevoerd om een einde te maken aan conflicten tussen katholieken en hervormden, die tijdens de reformatie de toenmalige katholieke kerken in bezit hadden genomen. Een regeling betreffende een proportionele verdeling van de kerkgebouwen kwam niet van de grond door tegenwerking van de hervormden. Uiteindelijk werd besloten, dat elke kerk in handen bleef van het genootschap dat die kerk op dat moment bezat, legaal of niet. Zo ook in Lichtenvoorde, waar de katholieken tevergeefs aanspraak maakten op de Johanneskerk.
Ter compensatie beloofde de overheid financiële ondersteuning bij de bouw van katholieke kerken. Vanaf 1848 konden ook gereformeerden gebruik maken van deze ondersteuning bij de bouw van hun nieuwe kerken.
Al in 1819 kregen de Lichtenvoordse katholieken hun Waterstaatskerk,die dienst deed tot 1912. In dat jaar werd die kerk gesloopt en ter plaatse vervangen door de huidige St. Bonifatiuskerk.