Geschiedenis van de Havezathe Harreveld
Het is onbekend wanneer Harreveld precies is ontstaan. De oudste vermeldingen van een huis stammen uit het jaar 1200.
Na de Middeleeuwen kreeg Harreveld de status van Havezate. Voor de eigenaar van zo’n Havezate was dit interessant, omdat er rechten aan verbonden waren, mits aan diverse eisen werd voldaan. In 1622 werd bepaald, dat de eigenaar van adelijke, ridderlijke afkomst moest zijn en zijn huis verdedigbaar en omgracht moest zijn, inclusief een ophaalbrug. Verder moesten er op het complex een boerderij en andere bijgebouwen aanwezig zijn. De landerijen moesten minstens f 25.000,- waard zijn. Daarvoor bezat de eigenaar vis- en jachtrechten, was vrij van bepaalde belastingen en kon deel uitmaken van het provinciale bestuur. De Havezate Harreveld was tot 1616 aangesloten bij de Ridderschap van Borculo en vanaf 1616 bij de Ridderschap van Zutphen van de Graafschap Zutphen. Oude benamingen voor de Havezate Harreveld waren: Herveld, Harveld, Harvelt, Hervelde, Herveld en Herfelde. Als leen van het Huis Bergh werd het ook aangeduid als `de Hof toe Dieterding”.
De eerste beziiter van het toen nog hof Harreveld was in 1362 Willem van Hervelo. De Havezate Harreveld kwam in 1397 in handen van heren van Bronckhorst en maakte deel uit van de heerlijkheid Borculo. In 1428 werd de Havezate Harreveld beleend aan Aliit, vrouw van Evert Diepenbrock. Vervolgens werd de Havezate beleend aan de families Middachten, Van Raesfelt, Van Reede, Van Randwijk en Bentinck. In 1791 werden hiermee beleend Gerrit Jurrien Adriaen Adolph baron van Dorth, heer van Holthuysen en zijn bekende dochter Johanna baronesse van Dorth.
Na executoriale verkoop op 22 november 1802 kwam de Havezate in het bezit van Dr. Johan Joseph Sylverster van Raesfelt te Boeckelt (oprichter van de ijzergieterij Vulcaansoord te Terborg). Hij liet de Havezate slopen en bouwde er een landhuis voor in de plaats.