Geschiedenis van Huis te Lichtenvoorde
In 1277 liet Gieselbert van Bronckhorst, heer van Borculo, de burcht “Lichtenvoorde” bouwen in het centrale bekengebied van Lichtenvoorde.
In 1496 werd bij het Huis te Lichtenvoorde een R.K. kapel Sint Antonius Abt gesticht.
Frederik van Bronckhorst en Borculo liet haar bouwen met toestemming van de pastoor van Groenlo, Paschasius Wilkens. In een verklaring van 20 juni 1496 getuigde Frederik, dat de oprichting van deze miskapel geen inbreuk betekende op de parochierechten van Groenlo.
De kapel kwam rond 1616 in handen van de protestanten , die haar in 1648 sloopten. Op dezelfde plek werd een nieuwe kerk gebouwd. De naam werd veranderd in Nederduits Gereformeerde Kerk.Na 1815 werd ze de Hervormde Kerk genoemd.In 2007 kreeg deze kerk de naam Johanneskerk.
In 1799 werd onder de plavuizen in de Johanneskerk nog de in Winterswijk op 22 november van dat jaar geexecuteerde , fel oranjegezinde eigenaresse van Havezate Harreveld , freule Judith van Dorth, begraven.
In 1616 werd Huis te Lichtenvoorde het bestuurscentrum toen de nieuwe eigenaar graaf van Limburg-Stirum het gebied tot een zelfstandige heerlijkheid verhief. De oude rechtspraak werd hersteld. De gereformeerde kerkdienst werd ingevoerd.
In 1675 werd Huize Lichtenvoorde uitgebreid met een koetshuis, waarin ook recht gesproken werd. Dit nog bestaande koetshuis, Het Hof of ook wel Richterhuis genoemd , is een Rijksmonument.